Waarom betaal je plots meer onroerende voorheffing in Aartselaar?

Op 17 juli 2020, over deze onderwerpen: Financiën & Begroting

Het aanslagbiljet met betrekking tot de onroerende voorheffing (of de “grondlasten” zoals ze zeggen) viel deze week in Aartselaar in de bus. En die aanslag is inderdaad hoger dan de voorbije jaren. We begrijpen de ontevredenheid en verontwaardiging hierover. We beseffen immers maar al te goed dat we een hogere bijdrage vragen aan een pak inwoners.

Geen enkele politicus vindt het leuk om een belasting te verhogen en zou dit liefst van al nooit willen doen. Maar besturen houdt ook in dat soms minder populaire maatregelen moeten worden genomen.

We leggen u dan ook graag uit waarom.

Want we zijn daarbij niet over één nacht ijs gegaan.

 

Financiële ruimte voor noodzakelijke investeringen

Deze verhoging geeft de nodige financiële ruimte om in onze gemeente te investeren. En via deze investeringen krijgt u als inwoner ook weer heel wat terug. We houden zo onze gemeente aantrekkelijk, verzorgen onze infrastructuur en verbeteren onze dienstverlening ook kwalitatief.

Op de gemeenteraad van december 2019 gaf de gemeenteraad zijn goedkeuring aan het meerjarenplan (MJP) 2020-2025. Dit MJP kwam er na een maandenlang proces waarbij het college van burgemeester en schepenen samen met de diensthoofden van de administratie alle inkomsten en uitgaven, en de nodige investeringen voor 2020-2025 onder de loep namen, maar ook de impact van federale en Vlaamse maatregelen moesten inschatten.

Dat is geen eenvoudige oefening, want quasi het volledige budget gaat naar vaste en dus onvermijdelijke kosten.

 

Wat zijn die vaste en onvermijdelijke kosten dan wel?

Zowat 51% van onze uitgaven gaat bijvoorbeeld naar personeel. In 2014 was dat 5.622.000 euro. Met een jaarlijkse stijging van 2% van de loonkost kom je dan in 2020 al aan een meeruitgave van 709.000 euro, doorgetrokken tot in 2025 zelfs met een stijging van 1.508.000 euro.

De Vlaamse Regering heeft bovendien haar goedkeuring gegeven aan het sectoraal akkoord 2020 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, na een lang en moeizaam onderhandelingstraject tussen de sociale partners. Het sectoraal akkoord voorziet in een koopkrachtverhoging van 1,1% voor het lokaal personeel vanaf 1 januari 2020, o.a. met een oprichting van de 2de pensioenpijler voor het contractueel personeel en een 200 euro extra per personeelslid.

Een volgende serieuze hap, meer dan 1/4e van onze exploitatiebegroting, gaat jaarlijks naar de politiezone HEKLA (1.759.000 euro) en de brandweerzone Rivierenland (735.000 euro): zowat 26,5% of 2.494.000 euro. Ter vergelijking: in 2014 was dat goed voor 1.942.000 euro of maar liefst een stijging van 552.000 euro. Wetende dat vooral de personeelskost bij politie en brandweer meer dan 80% van de begroting uitmaakt, kunnen we ons ook daar verwachten aan een meeruitgave van minstens 300.000 euro.

Deze 3 uitgaven (personeel, politie en brandweer) geven we bij wijze van voorbeeld om aan te tonen dat er niet zo zot wordt omgesprongen met het belastinggeld en dat grote meeruitgaven meestal onvermijdbaar en structureel zijn.

Bij de exploitatiekredieten zijn er daarnaast nog heel wat uitgaven waarop de gemeente weinig of soms geen impact heeft:  het OCMW, nutsvoorzieningen, afvalophaling en -verwerking (via IGEAN) of openbare verlichting. Kortom: we beschikken slechts over 33% manoeuvreerruimte.

Welke impact heeft corona?

De impact van Covid-19 op de gemeentelijke begroting wordt momenteel geraamd op 459.000 euro. Als de economie zich wat herpakt en er geen tweede golf komt... Anders loopt dat bedrag nog aanzienlijk op.

Hoe de minderinkomsten en meeruitgaven moeten gecompenseerd worden, ligt nog niet vast. In elk geval kunnen we ons verwachten aan een daling van de inkomsten uit de personenbelasting vanaf 2021. Ook dat heeft een grote impact op de gemeentefinanciën.

   

Belastinginkomsten stijgen amper met gelijkblijvend beleid

De belastinginkomsten tussen 2014 en 2019 zijn quasi gelijk gebleven. We zien een stijging met 6,2% of 626.000 euro van 10.163.000 euro in 2014 naar 10.789.169 in 2019.  De federale taksshift en de vergrijzing van onze gemeente laten zich hier heel hard voelen.

De impact van de vergrijzende bevolking

Aartselaar is samen met Edegem een gemeente waar de vergrijzing sneller verloopt dan in de andere buurgemeenten. Daardoor daalt het gemiddeld inkomen in onze gemeente. De tweeverdieners van weleer zijn nu vaak gepensioneerden en dat laat zich voelen in de inkomsten van de personenbelasting. Zoals hierboven al vermeld voelen we ook de impact van de taksshift, die is beslist op federaal niveau. Door de taksshift houden alle werkenden maandelijks minstens 100 euro netto extra over, maar die vermindering aan belastingen heeft daardoor ook een nefaste invloed op het geld dat de gemeente jaarlijks binnenkrijgt. Die gemeentelijke inkomsten dalen daar immers logischerwijze door.

Vorige legislatuur werden alvast een aantal initiatieven genomen om in Aartselaar jonge gezinnen aan te trekken en de verjonging in te zetten:

  • De buitenschoolse kinderopvang werd uitgebreid van 25 naar 75 met een nieuwbouw in het centrum en een uitgebreiding van het personeelskader.
  • In de Buerstede wordt in 2021 gestart met de bouw van een nieuwe kleuterschool.
  • In verschillende projecten in samenwerking met IGEAN gaan betaalbare bouwgronden kunnen verworven worden door jonge gezinnen, die een band met Aartselaar kunnen aantonen.
  • De capaciteit voor sport-en jeugdkampen werd verhoogd.
  • Ook de steun aan de jeugdverenigingen en uitbreiding van het jeugdhuis Leonaar werd aangepakt.

 

De bouw van het nieuwe, intergemeentelijk zwembad

De bouw van een nieuw intergemeentelijk zwembad samen met de gemeenten Niel en Hemiksem is een mooi voorbeeld van zo’n nuttige investering.

De bouw zelfs is uiteraard een stevige investering. Maar daarna zal de exploitatie ervan ons jaarlijks veel minder kosten dan de 500.000 euro die het huidige, verouderde zwembad ons nu jaarlijks kost... Met de nieuwe natuurspeeltuin zal ons sportcentrum bovendien nog aantrekkelijker worden voor jong en oud.

 

Een ambitieus meerjarenplan met investeringen die écht noodzakelijk zijn

In het meerjarenplan 2020-2025 wordt iets meer dan 17 miljoen euro ingeschreven, ongeveer evenveel als in de vorige bestuursperiode 2014-2019. Het is dus zeker niet zo dat er plots veel meer kan nu de gemeente de belastingen heeft verhoogd. Integendeel, het bijkomend geld zorgt er enkel voor dat het huidige investeringsregime behouden kan blijven. Niet meer, niet minder.

De bouw van de kleuterschool (1.100.000 euro), de bouw van het zwembad ( 3.630.000 euro) en de heraanleg van wegen en rioleringen (4.301.000 euro) zullen iets meer dan de helft van het budget afromen.

Andere investeringen zullen de dienstverlening aan de inwoners evenzeer te goede komen: ICT, de bibliotheek en het cultureel centrum. Ook de vernieuwing en onderhoud van onze gebouwen staan in het meerjarenplan. Want dat hebben we bij het begin van de vorige legislatuur aan den lijve ondervonden: het jarenlang uitstellen van investeringen en onderhoud, laattijdig vervangen van verwarmingsinstallaties, nalaten te isoleren, geen dubbele beglazing in gemeentehuis en de scholen… Dat betaal je cash. Je bespaart misschien op korte termijn, maar de gemeenschap betaalt een pak meer op de langere termijn. Sedert 2013 zijn we ook op dat punt aan een grote inhaalbeweging begonnen. Dat werk is nu nog niet af.

Je zal ook in de meerjarenplanning dus geen “folliekes” vinden. Maar wel bijvoorbeeld een nieuwe investering van 900.000 euro voor de verledding van de openbare verlichting. Een maatregel die de Vlaamse regering elke gemeente oplegt tegen 2030. Een stevige investering vandaag, maar ook een ferme besparing aan energiekosten in de toekomst.

 

Waarom nu de keuze voor de verhoging van de opcentiemen op de onroerende voorheffing (OOV)?

De gemeente Aartselaar heft weinig taksen. Geen gezinsbelasting, geen milieubelasting, geen bedrijfsbelasting,… We halen onze inkomsten in hoofdorde uit de aanvullende personenbelasting, verkeersbelasting en de onroerende voorheffing.

Een verhoging van de aanvullende personenbelasting (APB) zou iedereen, maar vooral de zwakkeren, de gepensioneerden en ook de huurders treffen. Dus kozen we daar niet voor. Integendeel. Met de daling van de APB van 5% naar 4,9% zal vanaf nu elke huurder effectief minder belastingen betalen dan voordien.


De opcentiemen op de onroerende voorheffing (OOV) daarentegen worden in Aartselaar voor 43% betaald door bedrijven en vennootschappen met grote bedrijfsgebouwen. Zij betalen verhoudingsgewijs in Aartselaar voor het overige weinig of amper belastingen, hoewel ze vaak de sterkere schouders zijn.

Voor de inwoners die de overige 57% betalen is er een gedifferentieerde aanpak en hebben we een rechtvaardige fiscaliteit uitgewerkt: met een laag KI betaal je relatief ook minder. Hoe groter de woning, hoe meer je dan weer betaalt. Ook hier dragen de sterkste schouders de grootste last.

De gemiddelde Aartselarenaar zal per jaar voor zijn woning ongeveer een 150 euro meer betalen, ofwel 12,50 euro per maand.

 

Hoe zit dat in onze buurgemeenten en in Vlaanderen?

Aartselaar zit nog altijd in de top 10 van de fiscaal vriendelijkste gemeenten. Je betaalt dus in 290 gemeenten meer belastingen dan in Aartselaar. Voor de personenbelasting zijn er slechts 5 gemeenten die een lagere APB hebben. Niet verwonderlijk zitten er 4 kustgemeenten in dat lijstje.

Met de combinatie APB / OOV is Aartselaar veruit goedkoper dan alle gemeenten in de verre regio. Wie uit de buurgemeenten naar Aartselaar verhuist, komt er dus altijd financieel voordeliger van af. Ook nu Aartselaar haar tarief naar 680 heeft verhoogd.

Ook het merendeel van de oppositie keurde de belastingverhoging goed

Het meerjarenplan werd uitvoerig besproken op een commissievergadering. Op de gemeenteraad van december werd het nog eens toegelicht aan alle gemeenteraadsleden en uiteindelijk goedgekeurd door N-VA, Groen, NAP, Vlaams Belang en onafhankelijk gemeenteraadslid Vandebroeck. Het is dus opmerkelijk dat ook oppositiepartijen als NAP en Vlaams Belang het echt noodzakelijk vinden dat deze belastingverhoging wordt doorgevoerd. Het siert hen dat ze verder kijken dan puur oppositie voeren.

Enkel Open Vld stemde tegen de belastingverhoging, al kunnen we hier wel de randbemerking maken dat zij naar de kiezer gestapt zijn met een verkiezingsprogramma dat heel wat meer uitgaven omvatte. Denk maar aan een ondergrondse parking (ongeveer 12 miljoen euro geschat), taxicheques, leningen aan jonge gezinnen, een muurklimlocatie, enzovoort. Ofwel hadden zij al hun verkiezingsbeloften de vuilbak in moeten smijten, ofwel hadden zij de belastingen nog veel hoger moeten leggen als ze aan de macht kwamen. Dat is dus niet de partij die vandaag naar de huidige meerderheid met het vingertje moet wijzen.

 

Vragen

Heb je nog vragen over de belastingen en tarieven? Contacteer dan schepen van Financiën Eddy Vermoesen via eddy.vermoesen [at] aartselaar.be.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is