U bent hier
Doortrekking expresweg moet speerpunt zijn voor nieuwe Vlaamse Regering
Nu de nieuwe Vlaamse Regering de eed heeft afgelegd, willen N-VA Rumst en N-VA Aartselaar dat ze vaart maakt met de doortrekking van de N171 of Expresweg. “Het is vijf na twaalf”, zeggen N-VA-burgemeesters en -lijsttrekkers Jurgen Callaerts (Rumst) en Sophie De Wit (Aartselaar) in koor.
De plannen om de Expresweg die nu abrupt stopt in de Reetse Eikenstraat, door te trekken tot aan de Boomsesteenweg, zijn niet nieuw. Al sinds de jaren ’80 plant men een oost-westverbinding te realiseren om het verkeer uit de Rupelstreek af te wikkelen richting het op- en afrittencomplex van de E19 in Kontich. Maar politiek getalm, afgewisseld met een gebrek aan budget, maken dat deze missing link 50 jaar later er nog steeds niet is.
“Iets wat we jaar na jaar steeds harder merken. Bij gebrek aan bovenlokale oplossing zoekt het oost-westverkeer immers zich een weg doorheen onze dorpskernen. Die zijn daar uiteraard niet op voorzien. Maar bovendien zorgt het voor files in wat over enkele jaren nog werkelijk dorpsstraten waren. Waze wijst de weg natuurlijk, alleen niet de juiste.” Zegt Callaerts.
Schop in de grond
De laatste tien jaar is het dossier wel in een stroomversnelling geraakt. Zodoende dat de Vlaamse Regering in 2023 uiteindelijk een eerste, belangrijke stap zette met de goedkeuring van het bouwtechnisch concept: het zgn. “doorstromingsalternatief” biedt daarbij het beste van alle werelden.
Nu de Vlaamse Regering een feit is, willen N-VA Aartselaar en N-VA Rumst dat ze doorpakt in het dossier. “Al het studiewerk is klaar. De vorige minister van mobiliteit maakte zich sterk dat de vergunning in 2025 al aangevraagd kon worden zodat de realisatie in 2028 een feit zou zijn. Een planning die we graag overeind houden en een boodschap die we ook kortelings aan kersvers minister Annick De Ridder (N-VA) zullen toelichten tijdens een werkbezoek. We hebben er vertrouwen in dat met een minister uit het Antwerpse dit dossier topprioriteit zal krijgen, want helaas merkten we bij de vorige minister soms weinig interesse. Het beslissingsdossier bijvoorbeeld lag een half jaar op haar bureau stof te vergaren en pas na druk via de Antwerpse vervoerregio nam ze een beslissing. Er is nu genoeg getalmd”, besluit De Wit.