U bent hier
Eerstelijnszorg RupeLaar organiseert eigen contacttracing
De Eerstelijnszorg RupeLaar, uit de vijf Rupelgemeenten en Aartselaar, voert sinds 6 augustus met succes haar eigen contacttracing uit bij de coronabesmettingen in de zes gemeenten. “Deze contacttracing is aanvullend op wat het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid uitvoert en zorgt voor een meer sluitend systeem. Zo krijgen we lokaal sneller zicht op de besmettingshaarden en welke acties de gemeentebesturen kunnen nemen”, zegt Aartselaars schepen van Welzijn Hilde Heyman (N-VA), die in de ELZ RupeLaar en het Covid-team zetelt.
ELZ RupeLaar bestaat pas sinds het najaar 2019, maar bewijst sinds de coronacrisis al meteen haar meerwaarde. De ELZ’s zijn opgericht om het werk van lokale overheden en lokale zorg- en hulpverleners beter op elkaar af te stemmen. Binnen de ELZ RupeLaar is een covid 19-team opgericht met dokters en deskundigen. Telkens sluit iemand van dat team aan bij het wekelijks overleg van burgemeesters, de noodplanning, de politiezones Rupel en Hekla en een afvaardiging van de huisartsenkring Schelde-Rupel. Op die manier wordt er tussen alle actoren en betrokken gemeenten intensief samengewerkt en kort op de bal gespeeld.
Specifieke aandacht voor kwetsbare contacten om het virus in te dijken
Sinds 1 juli is het takenpakket van ELZ RupeLaar uitgebreid door het Agentschap Zorg en Gezondheid. De ELZ gebruikt haar netwerk om zowel de zorgverstrekkers als de bevolking te overtuigen van het nut van de contacttracing. Daarvoor ontvangt de ELZ ook een subsidie. Sinds 6 augustus doet de ELZ RupeLaar daarenboven ook haar eigen contactonderzoek. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een duidelijk draaiboek dat mede door Professor Van Damme en Machteld Verbruggen, algemeen coördinator voor het lokaal contactonderzoek in Antwerpen, is opgemaakt.
“Veel aandacht bij ons contactonderzoek gaat ook uit naar contacten die kwetsbaar zijn”, legt Hilde Heyman uit. “Ons contactonderzoek verkort de duur tussen het ontstaan van de symptomen en het starten van isolatiemaatregelen, zodat de overdracht beperkt blijft. Thuisisolatie is daarbij een essentiële maatregel. De goede opvolging daarvan hangt echter af van de huisvesting, het sociaal netwerk en de kennis van de ziekte bij de patiënt. Op al die pijlers werken we. De ELZ zorgt er bovendien in onze zes gemeenten voor dat eenzelfde werkwijze door de telefonisten wordt gebruikt qua vragenlijst en rapportering.”
Werken met eigen vrijwilligers
“Eind juli hebben we via onze ELZ een oproep naar vrijwilligers gedaan voor onze eigen contacttracing”, vult Aartselaars burgemeester Sophie De Wit (N-VA) verder aan. “Het is belangrijk dat die een (para)medische achtergrond hebben, zowel qua beroepsgeheim als voor de nodige gesprekstechnieken. Uit die oproep zijn tien vrijwilligers voortgekomen. Die kregen een online opleiding en de nodige structuur. De huisartsenkring bezorgt hen de te contacteren patiënten. De bekomen informatie wordt dan via een sjabloon doorgegeven aan het covid 19-team binnen de ELZ RupeLaar, de contactpersonen van de gemeenten en de noodplanning Waterkant. Bij alarmsignalen, bijvoorbeeld wanneer de quarantaine door een patiënt niet wordt nageleefd, kunnen we meteen kort op de bal spelen.”
Contacttracing ELZ RupeLaar is voorbeeld voor andere ELZ’s
De regio Rupel en Aartselaar nam de afgelopen maanden reeds vaker het voortouw in deze gezondheidscrisis. Zij kunnen daarbij terugbuigen op een goede samenwerking tussen de respectievelijke burgemeesters onderling én met de huisartsenkring, gecoördineerd door dokter Bleys. Met de contacttracing wordt op dezelfde weg verder gegaan.
“Doordat we met onze ELZ zo snel hebben geschakeld en onze eigen contacttracing op poten hebben gezet, is ook de interesse van andere regio’s gewekt. Zo hebben we onze werkwijze en draaiboek al gedeeld met onder meer ELZ Pallieterland, ELZ Bonstato en ELZ Klein Brabant-Vaartland. Ook de ELZ Zora, waartoe de gemeenten Edegem, Kontich, Hove en Lint behoren, zal onze manier van contacttracing desgewenst nu kunnen overnemen”, besluiten Sophie De Wit en Hilde Heyman.